Aan de slag als Taalvrijwilliger, Franz-Joseph Hirs neemt je mee in zijn verhaal.
‘Het is ontzettend leuk om mensen te helpen zich verstaanbaar te maken, je doet mensen een groot plezier.’ Franz-Joseph Hirs is sinds 2018 taalvrijwilliger bij Taalhuis Venlo en enthousiast over de wekelijkse hulp die hij in deze functie kan bieden. ‘Voor mij was het duidelijk dat ik ook na mijn pensioen iets nuttigs wilde blijven doen, en ik ben toen actief op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk. Bij de vrijwilligerscentrale zag ik de vacature van taalvrijwilliger en deze sprak me aan. Ik vond het taalstuk interessant en dat je mensen ontmoet, een mooie combinatie. Ga je echt aan de slag, dan krijg je eerst een goede training. Je komt echt niet met lege handen te staan om vervolgens in het diepe gegooid te worden.’
Franz-Joseph begeleidt al sinds enige tijd de van oorsprong Griekse Andriana en ziet haar iedere week een uur in een aparte ruimte in de Stadsbibliotheek. ‘In zo’n uur doen we een stukje grammatica, maar werken we het meest aan de woordenschat, het is vooral veel woorden leren. Zo’n uur is natuurlijk niet veel, daarom moet er ook thuis veel worden geoefend, en als je bijvoorbeeld naar de winkel gaat. Andriana spreekt goed Engels, en dat is tegelijkertijd een nadeel om ook buiten de lessen te oefenen. Mensen zijn namelijk heel snel geneigd om in het Engels terug te praten. Dus we oefenen het Nederlands spreken in de les extra goed.’
Een gemiddeld traject waarbij je een taalvrager begeleidt duurt 1 tot 1,5 jaar. Voor Franz-Joseph ook een belangrijke plus van zijn werk als taalvrijwilliger. ‘Je komt wekelijks met dezelfde mensen samen en ontwikkelt een band met elkaar. Het zijn mensen uit andere werelden en culturen met alles wat daaraan vasthangt. Je helpt mensen en tegelijkertijd vergroot je ook jouw eigen wereld. Ik zie het echt als een verruiming en een verbreding, waarbij je ook anders naar zaken gaat kijken.’
Franz-Joseph heeft al heel wat taalvragers meegemaakt en hij koestert de mooie herinneringen. ‘Je ontmoet mensen met een verhaal en daar kun je zelf weer iets aan toevoegen. Zo heb ik eens een mevrouw begeleid die mij heel trots vertelde dat ze voor het eerst alleen naar de dokter was gegaan. Zonder dat een van haar kinderen mee moest om te vertalen. Dat heeft ze toch maar mooi gedurfd, die moeilijke Nederlandse taal waar ze echt hard voor heeft moeten oefenen in het openbaar spreken. Dan draag je echt bij aan zelfredzaamheid. Ja, toen was ik wel heel trots.’